Twee jaar geleden zag mijn leven er anders uit. Echt anders. Ik stond elke dag vroeg op om te mediteren. Deed mijn yogaroutine, volgde wat les en verdween vervolgens een onbestemd aantal uren in de keuken om taarten te bakken. In de yogaschool waar ik mijn sabbatjaar doorbracht, deed ik karma yoga. De weg van het ‘doen’ is volgens de yogatraditie één van de vele wegen naar verlichting. De keukenverlichting in mijn geval. Want beetje bij beetje kreeg ik de regie over de koffiebar waar ik taart met veel kapsones (zonder suiker, zonder bakken, zonder gluten maar met smaak) verkocht. Ook ik zweefde een beetje van de creatieve flow. En van de complimenten. En van de playlist die ik opzette. Shanti shanti verboden. De omzet bleef niet uit. Mijn ego was content.
Van de ene dag op de andere ging het winkeltje dicht en werd ik terug in het gewone keukenteam gezet waar ik geen recht had op artistieke vrijheden. Zonder overleg. Dus ik vond mijn weg naar hogerop en liet mijn ongenoegen blijken: Hoe was dit mogelijk? Dit concept werkte! In vergelijking met andere inkomstenstromen, was dit een van de meest winstgevende. Als respons kreeg ik de definitie van karma yoga nog eens voorgeschoteld: karma yoga leert je om los te laten en niet gehecht te zijn aan de uitkomsten van je acties. Je leert om bewust alle taken te doen en te onthechten van verwachtingen. Ook als het business wise niet zo wise is. Natuurlijk kende ik die definitie maar in de diepte kon ik niet zo goed begrijpen waarop de juiste mensen niet altijd op de juiste plaats terechtkwamen in deze school. De hoofdleraar, die kuiste ook toiletten. Verspilling van zijn genialiteit?
Ik hield het nog even vol in de keuken maar kwam snel tot de conclusie dat ik genoeg taarten en karma verbrand had en weer mijn eigen agenda wou beheren. Natuurlijk komt er aan alle mooie liedjes een einde maar als ik eerlijk ben, is dit een patroon dat ik vaak doorlopen heb: een job graag doen, me helemaal geven, wat strubbelingen ervaren, gaan klagen of vechten, mijn goesting verliezen, ermee kappen, dezelfde cirkel nog eens overdoen elders.
Tot ik mama werd.
Want weglopen is dan geen optie meer. Wel overal doorheen gaan en dat nog leuk vinden ook. Surfen op golven van vermoeidheid. Repetitieve lijstjes afwerken met een lach. Complete tegenstrijdigheid omarmen. Momenten van uitzinnig geluk en diepe eenzaamheid een dansje laten doen. Zelftwijfel en trots samen laten dineren. Huilen en lachen combineren tot een nieuwe kunstvorm. Stress incasseren en retesnel reguleren. Ruzie maken en het weer bijleggen voordat je begonnen was. Alles afwerken met een beginnersgeest en doorhebben dat je daarna weer opnieuw gaat beginnen. En dat allemaal zonder klagen.
Ik wou dat ik eerder geweten had dat je kinderen je naar huis brengen. Dat ze de weg naar je hart openen als geen ander. In yoga spreekt men van karma yoga (doen), bhakti yoga (bidden), raja yoga (mediteren), jnana yoga (kennis) om tot innerlijke wijsheid te komen. Dat huis in je hart dus. Zet daar wat mij betreft gerust het moederschap naast: mama yoga.
Er wordt wel eens gezegd dat de tijd van (zelf)ontwikkeling ten einde komt eens je ouder bent. Onwaar. Uiteraard is het moeilijke om formele momentjes te vinden om bijvoorbeeld op je meditatiekussen te zitten. Daar staat tegenover, dat moederschap een continue uitnodiging is om thuis te komen in je eigen hart. Wanneer we dat pad kiezen, is het vervolgens onze taak om met die liefde die vanzelf met onze kinderen geboren wordt en zich exponentieel vermenigvuldigt, de wereld aan te steken. Het zou zo zonde zijn om enkel binnenskamers kleine vuurtjes te laten branden. “That this may serve the benefit of all sentient beings”. Dit zinnetje hoorde ik zo vaak in de yogaschool en vond ik wat sektarisch klinken. Ik snapte het wel maar nu voel ik het dus ook. Omdat de liefde zo vanzelf stroomt. Danku kindje.