over voeden en verbinden
Af en toe maakt iemand wel eens een opmerking zoals “Amai, nu heb je ze toch wel heel afhankelijk van je gemaakt.” of “Hou je dat nu nog altijd vol?”.
Meestal moet ik gewoon even lachen en kan ik me inhouden om te reageren of mezelf te verantwoorden. Dat ik na 10 maanden nog borstvoeding geef, is een keuze waar ik 100 procent achtersta en iedereen die écht interesse in het onderwerp heeft, kan een lijst met voordelen op het internet vinden.
Waarom ik toch in eigen boezem laat kijken? Omdat voeden zo mooi de basis kan leggen voor de verbinding en hechting en laat dat nu net een van mijn stokpaardjes zijn. Waar start dat dan?
Door mijn kind te voeden, voed ik mezelf ook. Ik vertraag. Maak fysiek connectie. Ga in overgave. Anders stroomt het (letterlijk) niet. Het is voor mij een manier om even uit het ritme te stappen dat me opgedrongen wordt. Door iets te geven, krijg ik zomaar wat terug: een perfect afgestemde dosis prolactine en oxytocine die ervoor zorgen dat ik me rustig, tevreden en verbonden voel. Het medicijn tegen de stress van mama zijn. Dat is logisch want in de natuur vind je in de buurt van het gif, ook altijd het tegengif. Borstvoeding geven, betekent vaker wakker worden. En dus ook sneller en dieper slapen daarna. Doe je dat keer op keer, nacht na nacht, misschien wel jaar na jaar, dan krijg je een diep vertrouwen in mama natuur. Het is dus een fabeltje dat het alleen wat kost voor mama. Je krijgt er zoveel voor terug, niet in het minst een gereguleerd zenuwstelsel, open voor verbinding.
Door je kind bij je in te pluggen, voed je dus niet enkel zijn maagje maar ook zijn nood aan verbondenheid. Baby’s zijn na een tijdje fysiologisch gezien al perfect in staat om een nachtje door te slapen. Of een hele dag naar de crèche gaan, want je kan zelfs een gekolfd flesje meegeven en daarmee geraakt die maag ook gevuld. Psychologisch gezien, worden ze net zo vaak wakker of jammeren ze net zo vaak als ze je willen voelen.
Ook al kunnen we heel vroeg stukjes slaap en onafhankelijkheid trainen -om bijvoorbeeld te kunnen werken, slapen of me-time te hebben- en zijn er zelfs professionals die je daarvoor kan betalen, kost dit meer dan we denken. Verbinding groeit stukjes bij beetjes. Hechting kost tijd. En oeverloze herhaling.
Alleen zijn wij zijn zo gewoon om snel te gaan. Snel terug te gaan werken. Snel terug in die oude kleren te passen. Snel terug een volle agenda te hebben.
Als we durven luisteren we naar ons lijf, dan zegt dat (na 10 maanden) nog ongeveer om de 4 uur: “Laat alles vallen wat je in je handen hebt. Haast en rep je naar je baby. Steek die borst in zijn mond. Vergeet de wereld. Fuck die oude kleren. Ga maar op in die heerlijke bubbel. Jaaa.”
Ook in mij leeft het conflict tussen degene die graag onafhankelijk is, wil werken en sjezen als een jachtluipaard en degene die traag als een schildpad mee meandert op de golven van haar baby. Op dit moment wint de schildpad het van het jachtluipaard. Zonder schuldgevoel maar dus duidelijk wel met een activistisch kantje.
Het maakt me kwaad dat ons niet vaak wordt voorgedaan hoe we kunnen leven, werken en ontspannen op het ritme van onszelf én onze baby. Sterker nog, het wordt afgestraft want een voorrangsticketje voor de opvang win je op dit moment niet door te luisteren naar de nood van jezelf én van je baby.
Ik wil geloven dat het wel kan. Niet door iets te moeten. Zoals borstvoeding geven. Zelfs dat moet niet. Of het allemaal alleen te moeten doen als mama. Mijn kleintje gaat ook naar de opvang. Wel door een beetje creatiever na te denken en misschien wat minder van alles te willen. Alleen die momentjes samen, die wil ik meer en die gun ik mezelf en andere mama’s ook meer. Veel meer.
Aan degenen die zich toch afvragen “hoe lang nog?”…
Wel, kinderen geven signalen wanneer ze toe zijn aan meer zelfstandigheid. Meestal tussen de 3-4 jaar (La Leche League) en in onze contreien misschien nog wel wat vroeger. Mijn kleintje bijt wanneer ik niet afgestemd ben dus ik heb geen enkele twijfel dat ik haar signalen ga missen. Helaas;)