Loading...

Deze ochtend bracht ik mijn kleintje na een pauze van 3 weken terug naar moeke Jes, onze onthaalmoeder. Dat pikte een beetje want gezellig samenzijn tijdens de koudste tijd van het jaar, daar kan niets tegenop. Alleen misschien een vakantie naar de zon.
Voor mij was het dus even wennen en voor haar ging het vlot. In no time haalde de nieuwsgierigheid het van de scheidingsangst, joepie nieuw speelgoed! Ik zag ook herkenning op haar kleine snoetje: de kindjes en de onthaalmoeder die horen bij haar clubje.
Er lag een cadeautje klaar en dat ontroerde me. Verjaardagscadeautjes, nieuwjaarsbrieven, kerstgeschenkjes, verrassingen van de sint… het hoort er allemaal bij. Soms voelt het alsof we er een extra grootmoeder bijgekregen hebben. Inclusief familiefeesten waarbij kosten nog moeite gespaard worden en een bijhorende indigestie als je naar huis gaat.
S’ ochtends staan de potten er te pruttelen op het vuur. Nieuwsgierig als ik ben, kan ik het dan soms niet laten om een deksel te tillen. Moesten ze het concept onthaalmoeder met vol pension voor ouders uitvinden, dan teken ik meteen.

Mijn gevoel over opvang was niet altijd zo eenduidig positief. We hebben dan ook al een hele weg afgelegd.
We probeerden te wennen toen ik nog niet overtuigd was dat iemand anders goed genoeg mama’s rol kon vervullen. Ze was toen 6 maanden oud en dat lukte uiteraard niet.
Op 8 maanden zette ik met overtuiging de stap naar een aantal halve dagen per week. Ik snakte zo naar een klein beetje ruimte voor mezelf. Er rolden veel tranen bij mijn kleintje. De onthaalmoeder die zag ik doorzetten. Ik daarentegen, kon terug ademen.
Ongeveer toen ze 1 jaar was, probeerden we over te stappen op een aantal volle dagen per week. S ’nachts merkte ik dat ze moest bijtanken en elk uur de borst eiste. We schroefden terug op halve dagen want dat trok ik niet.
Het is een continu afstemmingsproces waarbij mijn en haar noden in overweging worden genomen en waarbij ik de feedback van de onthaalmoeder ook meeneem: “Ik denk dat het haar goed zou doen dat ze meer in het vaste ritme hier komt.”
Gotcha, de meest gestructureerde mama ben ik niet. Toch maar (korte) hele dagen vanaf nu.

Moest mijn situatie anders zijn geweest, dan had ik ervoor gekozen om de eerste jaren zelf thuis te zijn. Dat dit niet was zoals ik gedroomd had, daar lag ik wakker van. Toen ik hoogzwanger een aantal crèches en onthaalmoeders bezocht, werd ik er letterlijk ziek van. Een fysieke misselijkheid bekroop me en verdween pas toen ik toevallig op deze onthaalmoeder stuitte. Hier voelde het onmiddellijk anders. Echter, warmer, levendiger. En uiteraard is ‘anders’ niet perfect. Pedagogisch verschil ik soms van mening en dat is niet zo erg. Want waar een hart voor kinderen is (de slogan die er op de gevel hangt), is een weg.

Wat is er ondertussen veel veranderd ondertussen. Mijn idealisme is aan diggelen en ik heb er iets ‘echter’ voor teruggekregen. Dit is ook ons dorp. Liefde heeft veel vormen. En steun kan van vele handen komen.

Wat ik leerde in dit hele proces?
• Loslaten hoort bij liefhebben. Uiteindelijk moet je door de zure appel door. Laat je daar niet beet in nemen. Dat loslaten moeilijk voelt is normaal. Dat je er ziek van wordt, uiteraard niet.
• Liefde groeit, je kindje leren kennen vraagt tijd, geef de onthaalmoeder of kinderverzorgsters die ruimte.
• Het aantal hechtingsfiguren hoeft niet tot strikt aantal beperkt te worden. Vraag je eerder af of ze aanvoelen als een dorp. Koken ze lekker eten voor je? Geven ze met liefde wijze raad? Kopen ze kerstcadeautjes? Degene die dat allemaal doen, die zitten zonder twijfel in je dorp;)
• Meer dan goede raad hebben we moeders en grootmoeders nodig die voorleven hoe we kunnen opvoeden. Elke keer ik merk dat iets wel lukt bij de onthaalmoeder (lange dutjes doen, blijven stilliggen bij het verversen, spelen in het park…) voel ik me oprecht geïnspireerd om te gaan zoeken hoe ik dit ook kan bereiken met mijn kleintje. Wanneer je voor de eerste keer mama wordt, heb je zoveel te leren, dit hoef je echt niet alleen te doen.
• Uiteraard geldt dat hoe jonger een kind, hoe dichter het bij mama wil zijn. Mijn hart krimpt altijd ineen als ik baby’tjes van amper 3 maanden oud in een vreemd wiegje zie liggen en als ik denk aan mama’s die ver daarvandaan een hele dag proberen werken. Ze ervaren beiden een vreselijk gemis, toch? We mogen als vrouw alle kracht die we hebben, gebruiken om in te gaan tegen maatschappelijke verwachtingen die een wig drijven tussen mama’s en baby’s want die horen zoveel meer samen dan we gewoon zijn. Mamababy’s. Punt. Geen enkele instantie heeft daar iets over te zeggen.
• Is hulp dan toch echt nodig of gewild? Vertrouw op je intuïtie, die is alles. Vraag je af of je voelt of deze helpende handen jullie ook echt mee kunnen dragen. Stel jezelf de vraag of jij vertrouwen aan hen kan geven. Dat zijn essentiële vragen als je een crèche, opvang, school of een babysit kiest.
• Last but not least: een contente mama is alles. En het is niet erg dat je daarvoor een beetje van je idealisme moet inleveren;)